De huisarts

Standard

Hij komt voorbij, in het journaal van maandagochtend; Huisarts van Hasselt die zijn zestigjarige jubileum als huisarts viert. In het journaal vertelt hij dat zijn computer niet in de spreekkamer staat. “Ik wil niet dat een computer als een soort van derde patiënt in mijn spreekkamer staat. Als iemand bij mij komt, wil ik rustig met hem praten”.

Een bijzondere huisarts. Hij is inmiddels 92 jaar oud en hij denkt nog niet aan stoppen. Hij spande een rechtszaak aan, toen het vroegere Ziekenfonds vond dat Van Hasselt met zijn 65e moest stoppen. Hij won de rechtszaak en daarmee verviel de leeftijdsgrens voor huisartsen.

Omdat hij al zolang huisarts is, heeft hij sommige families, verspreid over verschillende generaties, in zijn praktijk.

Ik heb er bewondering voor!

Veel artsen zouden er nog wat van kunnen leren, vind ik. Zeker de stellingname over de computer in een ander vertrek, spreekt mij aan.

Ooit kwam ik bij een specialist, voor de uitslag van röntgenfoto’s. De eerste vijf minuten zat ik tegenover de man, zonder dat hij überhaupt een woord had gezegd, alleen maar turend naar de computer op zijn bureau. Ik overwoog serieus op te stappen, maar tja, ik was ook afhankelijk van hem.

Ik ben ook altijd tegenstander geweest van het Elektronisch Patiënten Dossier.

Zeker met mijn psychiatrisch ziektebeeld, zou een mij onbekende arts dan op basis van het verhaal in zijn computer bevooroordeeld kunnen zijn, terwijl hij me nog niet ‘live’ gezien heeft. Helaas heb ik talloze voorbeelden dat ik beoordeeld wordt op mijn psychische aandoening, terwijl dat niet aan de orde is. Zinnetjes waarin gesuggereerd wordt dat “het tussen mijn oren zit”, zijn inmiddels uitspraken waar ik allergisch voor ben geworden. En die me telkens woest maakt!

Ik zou het waarschijnlijk prima met huisarts Van Hasselt kunnen vinden. Maar helaas, hij werkt in Amsterdam. Zijn vrouw vertelt nog dat “het zijn lust en zijn leven is. Als hij ophoudt met werken stort hij, denk ik, volledig in.

Ik wens de man nog vele gezonde jaren!

Met diep respect!

Bron: NOS, Mattijs van de Wiel

Leave a comment